Module 1
Script 1
Controle buiten de auto
De auto die je gebruikt moet natuurlijk in prima conditie zijn. Je moet er veilig en energiezuinig meer kunnen rijden.
Kijk altijd even onder de auto wanneer je naar je auto toe loopt. Je hoeft dan meestal niet eens te bukken. Wanneer er vloeistof onder je auto ligt, controleer je de oorzaak voor je wegrijdt.
Loop tegen het verkeer in wanneer je de auto controleert, dan zie je het eventuele verkeer aankomen.
Wat controleer je tijdens het rondje om de auto:
- Beschadigingen aan het voertuig
- Verlichting
- Velgen en banden
Bandenspanning is te vinden in het klepje van de brandstoftank en natuurlijk in de handleiding van de auto. De spanning kan gecontroleerd worden bij bv een benzinepomp. De vorm van de band geeft ook al een indicatie van de spanning. Is de bovenkant bol, dan is er te veel spanning. Bolt de onderkant naar buiten dan is er te weinig spanning
Bandenprofiel, minimaal 1.6mm
Ventieldopje, is voor het schoonhouden van het ventiel. Dus niet om de lucht binnen te houden. Zijn de dopjes groen, dan zijn de banden gevuld met stikstof.
Beschadigingen en haarscheurtjes
- Richtingaanwijzers
- Ruiten en ruitenwissers
- Motor en kofferruimte, moeten goed gesloten zijn
- Ramen en spiegels schoon genoeg om goed te kunnen gebruiken
- Kentekenplaten
Onder de motorkap
- Accu, moet goed vaststaan. De plus ende minpolen mogen niet roestig zijn
- Ruitensproeiervloeistof, moet voldoende aanwezig zijn
- Koelvloeistof, mag niet onder hetniveau staan. Zorg ervoor dat je het tankje voorzichtig opent. Het kan dooreventuele warmte onder druk staan.
- Remvloeistof
- Dynamo
- Motorolie pijlstok, regelmatigcontroleren wanneer de auto koud is
- Bijvullen van de motorolie